Doordat de bevalling van Marie in twee bedrijven is
doorgegaan (dit lees je in TOPnieuws), heb ik de laatste dagen nogal wat tijd
in het CMA (te vergelijken met een dispensarium) doorgebracht. Wandelend over
het terrein met de bedoeling Marie op de been en de arbeid gaande te houden,
heb ik de dienst ‘Kinderzorg’ (vergelijkbaar met de Belgische opvolging van
baby’s door Kind & Gezin) gevonden.
Onder een paillotte met stenen banken vond ik tal van
moeders met baby’s, geduldig hun beurt afwachten. Ik trok enkele foto’s en
hoorde enkele reacties, onverstaanbaar, in Moré. Daarop reageerde de
verpleegkundige in ijzig snijdend Frans: ‘Hier worden geen foto’s van mij
getrokken zonder mijn toestemming.’ Haar verdere commentaar was blijkbaar niet
voor mij want ze ging verder in Moré. De reacties van de moeders waren niet uit
de lucht!
Enkele dagen later komt Franceline op de kraamafdeling naar
me toe (Marie is inmiddels bevallen) en vertelt dat de verpleegkundige van
Kinderzorg haar boekje met gegevens over haar baby (zoals wij dat ook kennen)
niet wil teruggeven tenzij ze ervoor betaalt. Mijn haar komt recht bij zoveel
machtswellust en corruptie. Ze keert terug en wacht haar beurt (de laatste) af.
Terwijl ik haar achterna ga, ontmoet ik de verpleegkundige van het
verloskwartier en vertel het verhaal. Ze reageert: ‘Dat recht heeft ze (vpk van
Kinderzorg) niet. Kom morgenochtend terug, dan maak ik een nieuw boekje voor
Franceline’. Ik stap verder en zet mij naast haar neer. Ik zie hoe de
verpleegkundige zonder veel trammelant vogelpik speelt van het ene babybilletje
in het andere. Zo oefenden wij nog niet op sinaasappelen in onze studententijd
(oei, wat lijkt dat ondertussen lang geleden…!) De jonge moedertjes zien met
angst in de ogen dat de verpleegkundige hen nadert. Uiteindelijk zijn alle
moeders met hun kinderen weg, Franceline en ik blijven over.
Op haar duizendste gemak ruimt ze haar spullen en paperassen
(ja, die hebben ze hier ook!) op en zegt tegen Franceline (in Moré) dat ze haar
moet volgen naar haar bureau. Mij keurt ze geen blik waardig maar ’t kan me
niks schelen. Ik volg Franceline op de voet. In de deuropening (goed zichtbaar
aanwezig) wachten we geduldig tot ze haar zakken geledigd en papieren opgeruimd
heeft. Ze heeft ongeveer alle stapels in haar handen gehad en wil Franceline
duidelijk maken dat ze het boekje niet vindt. Franceline, woordeloos gesteund
en aangemoedigd door mezelf, wijst op de stapel waarin ze haar boekje weet.
Flink tegen haar goesting overhandigt ze het kleinood aan de rechtmatige
eigenaar, zonder vergoeding op te strijken. Haar blik kruist de mijne,
allesbehalve vriendelijk. Ik houd mijn bedenkingen voor mezelf, beseffend dat
elke week wel één of meer meisjes van het centrum aan haar kuren uitgeleverd
zijn.
Tot mijn spijt moet ik vaststellen: ‘Soms is het moeilijk om
het verschil tussen een verpleegkundige en een heks te zien…’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten